Hoe het allemaal begon;
Klaas Klouwer: “We begonnen in 1979, toen werd mijn zoon Paul geboren, dus we gingen dat jaar niet met vakantie. Klaas was net getrouwd en we zaten samen in de tuin aan een biertje. Ik wil voor mezelf timmeren, zei hij opeens, maar dan wil ik wel dat al dat andere ook geregeld wordt, financieel en boekhouding. Is dat niets voor jou? We namen nog een biertje en nog een en nog een. En toen besloten we om het gewoon te gaan doen. Maar ik dacht Albert Koning, die moeten we ook bellen. Want als die ook meedoet kunnen we een echt bouwbedrijf beginnen. Zo gezegd, zo gedaan.” En zo begon de reis van KBK 45 jaar geleden.
Eerste klus
Klaas Klouwer: “We namen een paar jonge timmerlieden aan en begonnen aan de eerste klus: een aantal kappen timmeren in Amstelveen. Dat was via-via, als onderaannemer. Daarna mochten we 200 woningen aftimmeren in Weesp en zo ging het snel verder. We waren 26 en 28 en we waren snotneuzen tussen de gevestigde aannemers. Het eerste wat we deden was een Mercedes kopen voor Klaas. Want, dachten we: we moeten wel een voorkomen hebben. Dus Klaas kwam op dat werk in die Mercedes, met die jongens erin. Nou daar werd over gepraat; dat was precies de bedoeling.“
Groei ondanks crisis
“Na drie maanden begon de crisis”, vertelt Klaas Klouwer. “We hadden gelukkig net een paar grote werken binnen en die liepen een langere periode. En we deden het goed, dus het schaarse werk dat er was, kwam onze kant op. En ook de goeie metselaars, die elders ontslagen werden. Dus we groeiden gek genoeg toch. Na een jaar hadden we al veertig man. Het daglicht zagen we alleen niet meer. Albert en ik werkten in het begin ook nog gewoon voor onze werkgevers. Maar we hadden veel energie, we waren jong. En we moesten wel, we hadden alle drie net een woning gekocht, zaten in de kleine kinderen en hadden geen cent te makken.” Klaas de Boer: “Begin jaren ‘80 kregen we ook ons eigen werk gegund. Er werden bijvoorbeeld woningen gebouwd in Volendam, en dan kregen wij van jonge kopers het vertrouwen om er een aantal te bouwen.”
We groeiden en groeiden
Klaas Klouwer: “Maar onze drive was zoveel groter dan die paar woningen, dus daar bleef het niet bij.” Klaas de Boer haakt hierop in: “We deden restaurants, dat werd een specialisme. En dat waren in het oog springende projecten natuurlijk. Verschillende bekende restaurants aan de dijk hebben we verbouwd in die beginjaren, ook constructief en het interieur. Enkele zijn nu pas weer aan een verbouwing toe, op onze fundering. Het interieur van Café de Molen is nog steeds van ons, de bar, de wanden, de lambrisering. En de Jozef natuurlijk, het verenigingsgebouw. We waren goed en heel snel. Dus we groeiden en groeiden. De metseltak hebben we lang volgehouden en steeds meer timmerwerk.”
Eerst verdienen, dan uitgeven
Klaas Klouwer: “Daarnaast maakten we allerlei uitstapjes, gingen ontwikkelen, steeds grotere projecten. Zelfstandig, maar ook in samenwerkingsverbanden. Alles wat we verdienden, ging terug in het bedrijf. Altijd investeren, anders ga je stil staan. Daar moet je het wel over eens zijn. We waren altijd heel zuinig, eerst verdienen, dan uitgeven. En alles aan het bedrijf, niet aan onszelf.” Klaas de Boer: “Behalve die Mercedes dan.” Klaas Klouwer: “Dat had alles met de strategie te maken, Klaas, dat was een goeie investering. We verkochten hem jaren later aan een taxichauffeur voor een heel goede prijs.” Klaas de Boer: “En hij startte altijd.”
Regenschermen als noodgreep
Klaas Klouwer: “Een keer hadden we een groot metselwerk in Purmerend, begon het te regenen. En het bleef regenen, alles klei, drek en bagger daar in die Purmer. Als je iets liet vallen, vond je het niet meer terug. Daar zaten we dan met twintig metselaars. We hadden natuurlijk geen buffers om dat op te vangen. Toen hebben we hele weekenden door gewerkt aan regenschermen, zodat de jongens maandagochtend aan de slag konden.”
Die regenschermen zijn later vaker tevoorschijn getoverd. Klaas de Boer: “Dan moest er een bouwtje klaar en dan regende het weer. Zaten ze allemaal in de keet: ‘Kippen op het dak, Klaas’. Dan haalde ik ze er gewoon uit, zeiltjes uit de achterbak en dan stonden ze weer droog. Dan stonden ze ons aan te kijken…” Klaas Klouwer: “Ja, dan kregen we van alles over ons heen. Maar de mensen bleven ons wel trouw, omdat we er zelf altijd tussen stonden. We werkten op een gegeven moment in het metselwerk met staatjes, moesten ze bijhouden per mannetje hoeveel stenen ze metselden. Dat vinden we nu heel logisch, maar toen niet. Ze vonden daar allemaal wat van. Maar het was crisis, voor ons was het overleven, we moesten productie maken. En anders zaten ze thuis hoor, dus ze waren blij dat ze werk hadden. Maar we waren wel altijd onderwerp van gesprek.”
We konden op elkaar bouwen
Klaas de Boer: “Mindere momenten heb je gerust. Je werd ’s ochtends wel eens wakker in de wetenschap dat zo’n klus echt af moest. Hard werken is één ding, maar er werd altijd wat van gevonden.” Klaas Klouwer: “De kracht was dat we met zijn drietjes waren. Je kon altijd van elkaar op aan. In je eentje kun je zo’n bedrijf als dit niet opbouwen. De meeste bouwbedrijven gaan van vader op zoon. Ik denk niet dat er na KBK nog een bouwbedrijf zoals dat van ons is geweest, dat van niks naar dit is opgebouwd.”
“Je kunt niets alleen. Je hebt elkaar nodig. En de mensen om je heen.”
Lees verder onder de foto.
Je moet wat doen om vooruit te komen
Klaas en Klaas: “Circa 30 jaar terug begonnen wij in Amsterdam aan onze eerste renovatie- en mutatiewoningen. Nu een belangrijk onderdeel binnen KBK met vele gemotiveerde medewerkers. Ook in de zorg hebben wij mooie projecten mogen realiseren in opdracht van de Zorgcirkel. Het Nicolaashof, het Jaap van Praaghuis, de Novawhere, de centrale keuken Cirkeldis, enzovoort. Projecten die je op de kaart zetten.” Klaas Klouwer: “Je moet wat doen, anders ga je niet vooruit. Dat is wel des aannemers. Het heeft ons in elk geval door de laatste crisis geholpen.
Bakens blijven verzetten
De bouwcrisis kwam pas na de economische crisis en ijlde heel lang na. Al met al heeft het een jaar of zeven geduurd. We zagen al vroeg de tekenen aan de wand: hogere looneisen, mensen die gingen lopen, inkoopprijzen die omhoog gierden. Lopende opdrachten werden een probleem, maar we bleven bouwen. Sommige bedrijven redden het niet. Daar zaten natuurlijk goeie mensen. Die hadden wij eigenlijk nog niet nodig, maar we namen ze toch aan. Dat moet je wel durven. Als je één verkeerde afslag neemt, ben je weg.
Daarom hebben we altijd gezegd: we moeten onze bakens blijven verzetten. Naar vastgoedonderhoud bijvoorbeeld. We wilden altijd een bedrijf zijn dat op meerdere poten stond. En we zijn voortdurend blijven vernieuwen. Zonder overal achteraan te rennen hoor. Daar hebben we ook teveel bedrijven de mist mee in zien gaan. Neem nu die metselrobot. Wij hebben 100 miljoen aan stenen vermetseld, dus we weten als geen ander dat dat op de bouw niets wordt. In een fabriek is het een optie. Traditioneel werk blijft altijd nodig.”
Volendam als handelsmerk
Het nieuwe pand, de verbouwing van het hoofdkantoor van KBK, was hun laatste project. Klaas Klouwer: “Je moet je bedenken, in de beginjaren hadden we ons kantoor thuis, timmerlieden kwamen daar hun loonzakje halen. Toen huurden we een pand voor drie jaar waar we een werkplaats in maakten, daar vingen we de groei op qua opslag. In 1983 kochten we grond om een eigen pand te bouwen. En vanaf toen kochten we er steeds een stukje bij. Daarom is het zo leuk dat we nu op onze eigen plek op de Morseweg kunnen blijven. Met Volendam als postadres, dat is toch ons handelsmerk.”
De kracht van samen doen
Klaas Klouwer: “Onze kracht is dat we het samen deden. Het was nooit belangrijk wie wat deed. Klaas was altijd de eerste op de zaak. Had een enorme klus aan het personeel, iedereen de deur uit krijgen. Er was altijd wel een sleutel kwijt, een bus die geruild moest worden of een auto die niet startte. Aan het eind van de dag gingen we thuis wat eten en dan weer terug. Dat hebben we dertig jaar zo gedaan. Soms de hele nacht door en dan ’s ochtends zo in de auto naar een aanbesteding. We waren zelf de calculator en de boekhouding, we deden alles.” En zorgen dat er elke week een loonzakje is voor al die medewerkers. Een grote verantwoording.”
Wij zijn gewoon Klaas en Klaas
Klaas de Boer: “We zijn niet anders. We hebben vanaf de start gebuffeld. Dat maakte ons een degelijke onderaannemer en dat bleven we doen als hoofdaannemer. We kwamen goed over, konden altijd overal terugkomen. Van nature en van huis uit zijn we betrouwbaar. We kwamen altijd onze afspraken na en we zijn nergens te lui voor. Als het nodig was, sprongen we zelf bij. Mijn laarzen lagen altijd achter in de auto. Ook tijdens de grote verbouwing van het hoofdkantoor liepen we zelf met een kruiwagen met puin, of pakten we een bezem.” Klaas Klouwer: “Dan zaten we weer onder het stof. Sommige mensen kunnen dat niet bevatten, maar wij zijn gewoon Klaas en Klaas. Iedereen kan ons aanspreken, dat is altijd zo geweest en dat heeft KBK gevormd.”
Vergelijkbare berichten
Wij zijn KBK bouwgroep.
Een partner om op te bouwen.
Benieuwd naar wat we voor u kunnen betekenen?